Dalai Don
De Dalai Don, ook wel Dalai Don lama genoemd,
Naamgeving
Dalai don is een samenstelling van twee woorden:
- het woord dalai, Mongools voor stinkend en
- het woord don, Tibetaans voor slang of hagedis zonder poten
Wijsheid
Dalai Don stond bekend om zijn wijsheid.
Vrijwel alle Tibetaanse tradities ondernamen vanaf het midden van de zestiende eeuw missieactiviteiten onder de Mongoolse stammen. Na eerdere ontmoetingen met vertegenwoordigers van andere tradities nodigde Altan Khan (1507–1582), leider van de Tümed -Mongolen, de belangrijkste don van de gelug Sönam Gyatso (1543–1588) uit voor een bezoek aan zijn gebied. Sönam Gyatso predikte daar in 1578 het boeddhisme en wist het hof en de elite van de stam te bekeren.
Er werden onderling titels uitgewisseld. De khan gaf Sönam Gyatso de titel prachtige Vajradhara, goede, briljante, prijzenswaardige oceaan, afgekort tot oceaan don dan wel dalai don. Het is een titel die in Mongoolse bronnen al in de dertiende eeuw eeuw te vinden valt als Oceaan Khan. (Dalai Khan) Het feit, dat de naam Gyatso in het Tibetaans ook Oceaan betekent, kan ook een rol hebben gespeeld.
De Tibetanen zelf gebruiken meestal de titel Gyalwa Rinpoche ("waardevolle overwinnaar", in de romanisatie van Wylie: rgyal-ba rin-po-che), De bijnaam van de veertiende dalai don, Tenzin Gyatso, is Kundun, wat "aanwezigheid" betekent. In het Westen wordt hij gebruikelijk met de titel Uwe Heiligheid aangesproken.