|
|
Regel 14: |
Regel 14: |
| | | |
| Toen Hemminge en Condell in 1623 hun ''First Folio'' van Shakespeares werk uitbrachten, was in die verzameling opgetekende stukken weliswaar een zekere groepering aangebracht, maar die kan ook niet werkelijk uitsluitsel brengen; de groepering vormt geen strikte chronologie. | | Toen Hemminge en Condell in 1623 hun ''First Folio'' van Shakespeares werk uitbrachten, was in die verzameling opgetekende stukken weliswaar een zekere groepering aangebracht, maar die kan ook niet werkelijk uitsluitsel brengen; de groepering vormt geen strikte chronologie. |
− |
| |
− | === Toneelgenres ===
| |
− | {{Zie ook|Zie ook [[Komedies van Shakespeare]], [[Tragedies van Shakespeare]] en [[Historiestukken van Shakespeare]]}}
| |
− | In de ''[[First Folio]]'' van 1623 werden Shakespeares toneelstukken ingedeeld in blijspelen, treurspelen en historiespelen (in het Engels ''Comedies, Tragedies and History Plays''. Dat is lange tijd traditioneel zo gebleven. In recente wetenschappelijke literatuur over Shakespeare, zoals in de [[Riverside Shakespeare]] 2nd edition uit 1997, wordt nog een vierde groep toneelstukken met gemeenschappelijke kenmerken beschreven: die van zijn [[Shakespeares late romances|late "romances"]]. Het waren stukken die Shakespeare later in zijn leven schreef, na zijn grote tragedies.
| |
− |
| |
− | Vier van deze tragedies worden als Shakespeares grootste werk beschouwd: ''Hamlet'', ''Othello'', ''King Lear'' en ''Macbeth''. Er worden grote thema's in uitgewerkt, respectievelijk wraak die tot waanzin leidt; jaloezie; zelfbegoocheling en verzoening, en tomeloze ambitie. Verreweg het meest becommentarieerd is ''Hamlet'', wellicht juist door de meerduidigheid die ontstaat door de visies en visioenen van de hoofdpersoon. Het stuk kan, ondanks de suggestie die kan worden gewekt door een zo omvangrijke secundaire literatuur, eenvoudig gezien en gelezen worden als een soort [[wraaktragedie]].
| |
− |
| |
− | De koningsdrama's (de historische stukken) vormen een soort politieke geschiedenis van Engeland, met uiteraard de nadruk op de val en ondergang van koningen. Daarbij worden in feite eigentijdse thema's uit de toenmalige politiek behandeld, die in een historische setting nu eenmaal veiliger te bespreken waren. Voorbeelden van dergelijke kwesties waren: hoever reikt het (goddelijk) recht van een koning, wat is zijn verhouding tot zijn onderdanen, in hoeverre is hij identiek met de staat, in hoeverre valt onrecht te billijken?
| |
− |
| |
− | === Zijn bronnen ===
| |
− | Shakespeare verzon slechts zelden het verhaal. De enige stukken met een originele plot zijn ''[[A Midsummer Night's Dream (toneelstuk)|A Midsummer Night's Dream]]'' en ''[[The Tempest]]''. Meestal baseerde hij zich op bekende verhalen. Van ''[[Romeo and Juliet (toneelstuk)|Romeo and Juliet]]'' bijvoorbeeld circuleerden in zijn tijd verschillende toneelversies van andere auteurs, en het verhaal was ten minste honderd jaar oud. Voor zijn historische stukken haalde hij zijn inspiratie bij klassieke geschiedschrijvers en Britse kroniekschrijvers, of hij bewerkte oude, bestaande toneelstukken.
| |
− |
| |
− | === Taal en techniek ===
| |
− | Shakespeare kiest geen partij: door krachten tegenover elkaar te plaatsen laat hij de toeschouwer oordelen, hoewel dit een algemene regel is in de toneelschrijfkunst. De menselijke condities en zwakheden staan voorop, de dilemma's onder de druk der omstandigheden. Personages en plot zijn, mede door de krachtige taal vol poëzie en beeldspraken, dermate met elkaar verweven dat ze op een unieke wijze in het geheugen blijven hangen.
| |
− |
| |
− | Shylock, die geld uitleent, wordt niet afgeschilderd als een boosdoener en woekeraar; in essentie is hij nu juist een geldlener. Koning Lear heeft onvoldoende realiteitszin bij het waarderen van de genegenheid van zijn drie dochters; maar naast deze tragiek laat hij, zeker in de sterfscène, een ongekende koninklijkheid zien, en zijn laatste monoloog is majesteitelijk. Hamlet is veel minder wraaklustig of gek dan dat hij gekweld is door besluiteloosheid: Shakespeare brengt met zijn Hamlet het grote verschil tussen denken en doen ten tonele. De koningen in de koningsdrama's worden verscheurd door nauwelijks te hanteren krachten, hetzij buiten henzelf, hetzij in hun eigen zwak karakter (''Richard II'').
| |
− |
| |
− | Vanaf het vroege werk is het taalgebruik bijzonder beeldend: woordspelingen en metaforen leiden tot een opvallend beeldend vers dat grote bedrevenheid in de taal laat zien. Ook de neiging met taal te experimenteren (vooral in het vroege werk), onderscheidt de auteur al dadelijk van zijn tijdgenoten.
| |
− |
| |
− | In het [[Elizabeth I|Elizabethaanse]] toneel was de [[Monoloog|alleenspraak]] een veelvoorkomende conventie. Waar Shakespeare die toepast, valt, vooral in het grote werk, de dramatische kracht op die hij zijn monologen ''(soliloquies)'' meegeeft, en waardoor die alleenspraken vaak in de herinnering voortleven, en bijna of zelfs geheel tot clichés in de Engelse taal zijn geworden. Bekende citaten zijn "[[To be or not to be]], that is the question" (''Te zijn of niet te zijn, dat is de vraag'', uit ''Hamlet''); "Tomorrow and tomorrow and tomorrow" (''Morgen en morgen en morgen'', uit ''Macbeth''), "Aye, but to die, and go we know not where" (''Measure for Measure'').<br />De verzoening tussen King Lear en zijn dochter Cordelia levert aangrijpende versregels op als het koninklijke "Pray, do not mock me; / I am a very foolish fond old man", dat na enige tijd overgaat in herkenning van zijn dochter, gevolgd door het berouw: "If you have poison for me, I will drink it."
| |
− |
| |
− | == Shakespeare-acteurs en -regisseurs ==
| |
− | Shakespeare zelf nam in zijn tijd zelden de hoofdrol voor zijn rekening. Hij speelde vaak de rol van een minder belangrijk personage. Zo is bekend dat hij in Hamlet de rol van het spook speelde. Bijzonder populaire 19e-eeuwse vertolkers waren [[Ellen Terry]] en [[Henry Irving]]. Ook heel wat legendarische acteurs hebben zijn stukken op het witte doek gebracht. Enkele bekende hedendaagse Shakespeare-vertolkers zijn [[Laurence Olivier]], [[John Gielgud]], [[James McAvoy]], [[Orson Welles]], [[Kenneth Branagh]], [[Emma Thompson]], [[Mel Gibson]], [[Leonardo DiCaprio]], [[Claire Danes]], [[Ian McKellen]], [[Al Pacino]], [[Gwyneth Paltrow]], [[Judi Dench]] en [[Joseph Fiennes]].
| |
| | | |
| == Roman == | | == Roman == |
| In 2012 schreef Don een boek dat later een bestseller is geworden: [[50 tinten Don]], in 2015 verfilmd. De bestseller-status van dit boek leidde onder het grote publiek tot een hernieuwde interesse in en bekendheid van Don Shakespeare. | | In 2012 schreef Don een boek dat later een bestseller is geworden: [[50 tinten Don]], in 2015 verfilmd. De bestseller-status van dit boek leidde onder het grote publiek tot een hernieuwde interesse in en bekendheid van Don Shakespeare. |
Versie van 10 jun 2015 om 23:08
Don Shakespeare (ook wel Sjaksper, Speermeneer, en Sjakspak genoemd) was een Engels toneelschrijver, dichter en acteur.
Shakespeare wordt gezien als de grootste schrijver die Engeland ooit heeft voortgebracht, niet alleen vanwege de kwaliteit van zijn werken, maar ook vanwege zijn enorme invloed op de Engelse taal, waarin nog steeds honderden woorden, uitdrukkingen en citaten aan hem zijn toe te schrijven. Hij schreef 154 sonnetten en een aantal langere gedichten en kan beschouwd worden als de eerste moderne toneelschrijver. Zijn toneelwerk bestaat uit 38 tragedies, historische stukken en komedies over tijdloze, universele thema's die tot op de dag van vandaag gebruikt worden voor theaterbewerkingen, opera's, musicals en films.
Werken
Datering
Sjabloon:Zie hoofdartikel
Noch over de exacte data waarop de werken van Shakespeare zijn geschreven, noch over de chronologische volgorde bestaat zekerheid. Van de afzonderlijke toneelstukken is zelfs niet zeker of ze wel aan één bepaald tijdstip toegeschreven zouden kunnen worden: wellicht is eraan geschreven en herschreven, zodanig dat het ene fragment van een bepaald ogenblik is, terwijl het andere juist een latere toevoeging of verandering betreft. Daardoor is het gebruik van interne aanwijzingen ook maar beperkt mogelijk: een stuk kan een verwijzing bevatten naar een eigentijdse gebeurtenis, en zo kan die verwijzing ruwweg worden gedateerd; maar dat zegt weinig over de rest van hetzelfde toneelspel.
Dit heeft veel te maken met de productiewijze van Shakespeares toneelwerk; dit was bedoeld om te worden gespeeld, niet om te worden gelezen. Het waren teksten voor acteurs en via hen voor toeschouwers; niet voor lezers. Publicatie lag dan ook niet voor de hand, en vóór het jaar 1597 is maar een stuk in druk verschenen (Titus Andronicus).
Toch is ruwe datering in groepen wel mogelijk. In 1598 publiceerde ene Francis Meres uit Cambridge een soort citatenboek, waarin ook passages uit Shakespeares werk voorkomen: hij noemt daarbij een aantal titels (waaronder het verloren gegane Loves labours wonne). Zo komen we op het spoor van Shakespeares vroegere werk, en door kenmerken te vergelijken, valt vervolgens na te gaan wat er nu ongeveer tot dit vroegere werk behoort.
Toen Hemminge en Condell in 1623 hun First Folio van Shakespeares werk uitbrachten, was in die verzameling opgetekende stukken weliswaar een zekere groepering aangebracht, maar die kan ook niet werkelijk uitsluitsel brengen; de groepering vormt geen strikte chronologie.
Roman
In 2012 schreef Don een boek dat later een bestseller is geworden: 50 tinten Don, in 2015 verfilmd. De bestseller-status van dit boek leidde onder het grote publiek tot een hernieuwde interesse in en bekendheid van Don Shakespeare.